Hoe COVID-19 de digitale transformatie van vele bedrijven leidt
Als online marketeer heb ik sinds jaren enkele keiharde overtuigingen. Comic sans als lettertype in advertenties is uit den boze. Slecht geschreven webteksten jagen klanten weg. Ooit op een dag worden zowel Mila Kunis als Zooey Deschanel stapelverliefd op mij vanwege de prachtige stukjes copywriting die ik uit mijn mouw tover.
Doodnormale overtuigingen dus.
Een andere overtuiging waarin ik rotsvast geloofde, was dat sommige ondernemers nooit ofte nimmer een digitale transformatie zullen toelaten in hun onderneming.
Er zijn nu eenmaal ondernemers die niets moeten hebben van verkopen via webshops, vergaderen via het internet of zelfs maar klanten helpen op een simpele website.
Vanaf 18 maart 2020 heb ik die laatste overtuiging echter overboord moeten gooien. Stugge zaakvoerders die altijd riepen dat ze tot in de oneindigheid de dingen blijven doen zoals ze dat al in 1993 deden, zijn plotseling fervente digi-freaks geworden.
Waarom? De coronalockdown dwong hen.
Het is inmiddels glashelder dat COVID-19 de digitale transformatie van honderden bedrijven leidt.
Ik laat je zien hoe dat gebeurt en waarom het goed is dat het gebeurt.
Ooit in een ver verleden…
Als ik terugdenk aan (om maar een voorbeeld te noemen) 1993, dan herinner ik vier manieren waarop producten verkocht werden:
- De eerste manier was de goede oude winkel. Je kent ze wel, ze bestaan nog steeds.
- De tweede manier waren postordercatalogussen zoals de Wehkamp en de Otto. Het waren lijvige boeken vol kleding en andere shit. Mijn moeder had altijd wel een paar van deze papierbundels in bezit, al bestelde ze er volgens mij nooit iets uit.
- De derde manier was huis-aan-huisverkoop. Er kwam een vent aan je deur, hij deed een praatje over het product dat hij te koop had, en vervolgens kocht je het. (Of niet.)
- En de vierde manier waren de schreeuwerige tv-shows die na 23:00 uur werden uitgezonden waarin magische blenders, wonderlijke opbergzakken en levensverbeterende keukenmessen werden verkocht. TellSell heette het programma; je moest bestellen per telefoon. Ik kon er uren naar kijken, al bestelde ik nooit iets. (Ik was acht jaar, een leeftijd waarop de drang om huishoudelijke producten te kopen minimaal is.)
Winkelverkoop was hoe (schat ik) 99,9999 % van alle producten verkocht werd. Alle andere verkoopmethoden staken schril af bij het succes van winkelverkoop.
Nu, ruim 17 jaar later, is er echter een alternatief verkoopkanaal dat de winkelverkoop bijna de loef afsteekt. Ik heb het natuurlijk over de verkoop via internet.
Laten we eens kijken hoe het wereldwijde web heeft beïnvloed hoe we onze blenders, opbergzakken en keukenmessen kopen.
Internet is hét alternatieve verkoopkanaal van de 21ste eeuw
Ik geef je enkele leerzame cijfers die het succes van e-commerce onderstrepen én benadrukken dat Belgische handelaren veel omzet afstaan aan buitenlandse concurrentie:
- De e-commerce in België was in 2018 reeds 10,67 miljard euro waard;
- In 2019 werd er online voor een half miljard euro meer verkocht dan het jaar ervoor;
- De meeste online shoppers (58 procent) kopen zowel online in België als in het buitenland. Slechts 28 procent koopt alleen bij vaderlandse webwinkels, terwijl 16 procent juist alleen maar over de grens shopt, blijkt uit een rapport van de Ecommerce Foundation;
Er is geen enkele twijfel dat internet hét alternatieve verkoopkanaal van de 21ste eeuw is. Voor talloze ondernemingen is het zelfs het primaire verkoopkanaal.
Belgische bedrijven lopen qua online verkoop echter achter op buurlanden. Dit geeft buitenlandse bedrijven, zoals de Nederlandse ondernemingen Coolblue en Bol.com, ruimte om marktaandeel te winnen in ons land. In de top 10 webshops die in België gebruikt worden, zijn er slechts twee uit eigen land (Vanden Borre en Vente-exclusive.com).
Mijn persoonlijke ervaring als online marketeer bij een bureau dat webshops bouwt, is dat de lockdown de Belgische ondernemers eindelijk heeft wakker gemaakt. Ten langen leste lijken ze te begrijpen dat ze mee moeten met hun tijd. Investeren in een e-commercekanaal is geen luxe meer, maar een bittere noodzaak.
Zelfs de nonnen van abdij Onze Lieve Vrouw van Nazareth verkopen hun biershampoo tegenwoordig online, vertelt de Gazet van Antwerpen.
Jawel, dames en heren, 1993 is reeds lang gepasseerd.
De noodzaak om virtueel te vergaderen
Al rap na aanvang van de lockdown begonnen ondernemingen in te zien dat het verdomd lastig overleggen is wanneer iedere werknemer opgeborgen zit in zijn of haar eigen woning. De noodzaak voor een alternatieve manier van vergaderen was evident.
Men vond de oplossing in videovergaderprogramma’s als Zoom, Google Meet en Whereby. Deze stukjes software zijn eenvoudig om op te zetten en te gebruiken:
- Iemand maakt een account aan en krijgt 1 of meerdere virtuele vergaderkamers;
- Door een link voor een specifieke kamer te delen, kunnen mensen deelnemen aan een gesprek;
- In de kamer zie en hoor je elkaar, zodat je kan overleggen zoals je dat vroeger ook deed. (Alleen het uitwisselen van zelfgebakken koekjes is lastiger.)
Videovergaderen is een fenomeen dat in menig bedrijf al werd gedaan voordat de coronacrisis begon. Zeker voor ondernemingen met meerdere vestigingen en buitenlandse kantoren zorgt videovergaderen voor minder reiskosten, minder verloren uren en minder CO2-uitstoot, aangezien het een verplaatsing onnodig maakt.
De lockdown heeft er echter voor gezorgd dat videovergaderen algemeen bekend en geïmplementeerd werd.
Ook bij Motionmill konden we niet onder het vergaderen via de webcam uit. Dat voelde aanvankelijk raar, want vrijwel al onze collega’s werken op fietsafstand van elkaar. En zelfs het merendeel van onze klanten komen uit de buurt. Maar alles went, ook overleggen via een webcam.
Een leuk bijkomend voordeel: ik weet inmiddels van al mijn collega’s hoe hun woonkamer eruit ziet. (Dirk, je moet je muren echt eens schilderen!)
Waarom de digitale transformatie goed is
Ik kan vier redenen noemen waarom de digitale transformatie een goede zaak is.
1. De digitale transformatie zorgt ervoor dat we beter voorbereid zijn op toekomstige crisissen
De digitale transformatie zorgt ervoor dat Belgische bedrijven beschikken over alternatieve verkoopkanalen mocht er nog eens een crisis van eender welke aard komen. Omdat de basis van online verkoop is gelegd, kunnen bedrijven van meet af aan hun producten en diensten blijven verkopen. Er gaat geen tijd verloren met het opstarten van projecten, want al dat werk is reeds gedaan.
2. De digitale transformatie beschermt de Belgische economie
De digitale transformatie zorgt ervoor dat Belgische bedrijven beter de concurrentie aankunnen met buitenlandse multinationals als Amazon en Zalando.
Er is, zoals gezegd, een achterstand, maar deze wordt gelukkig langzaam maar zeker weggewerkt. Sofie Geeroms, directeur van BeCommerce vzw, merkte in 2019 al op:
In vergelijking met onze buurlanden hebben we nog altijd een achterstand en Belgische bedrijven zoals Schoenen Torfs, JBC en Standaard Boekhandel zijn volop bezig met investeringen. We zullen groeien naar het niveau van pakweg Nederland.
Dankzij de digitale transformatie als gevolg van de lockdown hebben nóg meer Belgische bedrijven (ook kleinschalige) een marktaandeel gekregen in de online verkoop.
3. De digitale transformatie laat zien dat overleg efficiënter kan
In de circa zeventien jaar van mijn leven waarin het begrip ‘vergaderen’ een rol speelt, heb ik geleerd dat vergaderingen doorgaans tijdverspillende bijeenkomsten zijn waarin eindeloos wordt gezeverd en zelden een bruikbare conclusie wordt getrokken.
Het is bovendien mijn ervaring dat de enige mensen die wél vinden dat vergaderen een nuttige tijdsbesteding is, de personen zijn die er juist voor zorgen dat vergaderingen eindeloze babbelsessies zijn waarin alsmaar wordt uitgeweid over irrelevante onderwerpen.
Ja, dit is mijn persoonlijke mening.
En nee, ik kan deze mening niet staven aan de hand van wetenschappelijk onderzoek.
Maar ik weet zeker dat veel lezers herkennen wat ik bedoel. En het zijn deze slachtoffers van inefficiënte vergaderculturen die tijdens de coronacrisis tot hun vreugde hebben gemerkt dat het ook anders kan.
Ik heb al van meerdere mensen in mijn nabije omgeving gehoord dat videovergaderingen veel meer to the point zijn dan traditionele vergaderingen. Dat er veel meer orde heerst, dat men minder door elkaar heen praat, dat er rapper een conclusie wordt getrokken en wordt afgerond.
Mijn hoop is dat deze inzichten in efficiënter vergaderen worden onthouden wanneer de lockdown voorbij is. Vergaderingen kunnen binnen een bedrijf voor tientallen verspilde uren per dag zorgen – uren die men had kunnen besteden aan nuttige zaken. Zoals werken.
4. De digitale transformatie zorgt mogelijk voor minder milieuvervuiling in de toekomst
Bovendien laat het videovergaderen zien dat veel thema’s uitstekend op afstand te bespreken zijn. De CEO die op hoofdkantoor in Brussel zit hoeft niet per se in zijn Audi naar het bijkantoor in Oostende te rijden om een uurtje te overleggen. Hopelijk blijft België videovergaderen. Dit kan werkuren sparen, files doen verminderen en de ozonlaag redden.
Mijn verwachtingen voor de toekomst
Mijn verwachting is dat Belgische ondernemers zich na de lockdown in de volgende groepen zullen onderscheiden:
- Hen die nooit iets met de digitale wereld te maken wilden hebben, dat ook niet tijdens de lockdown wilden, en dat ook nooit zullen willen. Het ligt in de lijn der verwachting dat een deel van deze ondernemers hun ondergang vindt, al hangt dit af van de aard van hun product en het succes (of gebrek eraan) dat zij voor de crisis hadden;
- Verder zijn er de ondernemers die niet veel gaven om de digitale wereld, maar dankzij de lockdown hebben ingezien dat ze veel mogelijkheden biedt. Deze ondernemers (Motionmill heeft er inmiddels enkele in het klantenbestand) zullen ook in de toekomst stappen blijven zetten om de potentie van het online zijn te benutten;
- En ten slotte zijn er de ondernemers die ook voor de lockdown wisten dat de toekomst digitaal is. Voor hen is de crisis slechts een bevestiging geweest dat zij op het goede pad zaten. Ook in de toekomst zullen zij daarom in blijven zetten op de digitalisering van hun bedrijf.
In China kon men onlangs het fenomeen ‘wraakwinkelen’ waarnemen. Als wraak voor de maandenlange quarantaine heeft het Chinese winkelpubliek, nu de lockdown aldaar eindelijk is opgeheven, de niet-essentiële winkels massaal bezocht, zo meldt de Gazet van Antwerpen. Mocht een dergelijk fenomeen ook in België plaats gaan vinden, dan profiteren de ondernemers uit de tweede en derde groep daarvan. Zij hebben immers bedrijven die ook tijdens de crisis top of mind zijn gebleven bij hun doelgroepen.
Op het moment dat ik dit artikel schrijf zijn we nog tien dagen verwijderd van 11 mei, de datum waarop bepaalde bedrijven, zoals fietsenwinkels en autogarages, hun deuren weer mogen openen. Ik heb weliswaar mijn verwachtingen van hoe het Belgische ondernemerslandschap zich na die tijd zal ontwikkelen, maar een bevestiging zal ik pas dan krijgen. Welke verwachte of onverwachte paden de toekomst ook mag nemen, ik zal er in de blog van Motionmill over schrijven. Stay tuned.